Sumatra is één van de grote groene longen van Inonesië. De grote steden Medan, Padang, Palembang en Banda Aceh zijn een verademing in vergelijking met bijvoorbeeld Jakarta of Surabaya.

Sumatra strekt zich uit van de provincie Aceh in het noorden tot ruim 2.200 km verder Lampung in het zuiden.

Highlights zijn ondermeer Pualu Weh en Banda Aceh, het Nationaal park Gunung Leuser (jungle, orang oetans en olifanten), het Toba meer, de stad Bukittinggi en de omgeving, de eilanden Nias en Siberut, het uitgestrekte Kerinci Sablat park, het Way Kambas reservaat en het eiland Belitung.

Een veel gemaakte reis gaat van Medan, via het Gunung Leuser park naar het Tobameer. Vooral nostalgische toeristen reizen dan door naar Padang. Anderen keren na Toba weer terug naar Medan om de reis op Java te vervolgen.

De Sumatraanse keuken staat bekend om haar pittige gerechten. Martabak is een typisch Sumatraans gerecht. Het is een gekruide omelet, gevuld met wat je maar wilt, of wat de specialiteit van het restaurant is. Over het hele eiland vind je Warung Martabak, mobiele restaurantjes die gespecialiseerd zijn in dit gerecht. Rendang Padang vind je ook over het hele eiland (en ver daarbuiten). Het is een gestoofd of gesmoord, zeer pittig rundvleesgerecht.

Het regenseizoen is op Sumatra iets minder duidelijk dan de rest van Indonesië. Vooral op west Sumatra (jungle en Toba meer) valt gedurende het gehele jaar wel wat regen, het meeste in de maanden oktober-december.
In de periode februari-september is het over het algemeen droger, met af en toe een bui.